Voor 1994 werd asbest veelvuldig gebruikt bij de bouw van woningen en (agrarische) panden. De goede brandwerende, isolerende en slijtvaste eigenschappen maakten van asbest het ideale bouwproduct. Uit onderzoek is echter gebleken dat de asbestvezels ernstig gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Met een Risicobeoordeling volgens NEN 2991 worden blootstellingsrisico’s aan asbest voor gebruikers en derden in gebouwen, woningen, constructies, objecten en leegstaande bouwwerken geanalyseerd.
Een asbestinventarisatie dient te worden uitgevoerd wanneer men wil gaan slopen. In de regel is dit noodzakelijk bij totaalsloop van gebouwen, bouwdelen of installaties. Bij renovatie kan tevens sprake zijn van inventarisatieplicht, zeker indien er vooraf deels gesloopt gaat worden. Een NEN 2991 risicobeoordeling is er om een globale schatting te maken van de potentiële blootstelling aan asbest.
Daaronder vallen de volgende asbestinventarisatie werkzaamheden:
Onze NEN 2991 onderzoeken worden gedaan als er een vermoeden van een risicovolle asbesttoepassing is. Wanneer er een asbestrisico-onderzoek wordt uitgevoerd, kan er objectief een uitspraak worden gedaan over de risico’s van het asbest in de lucht of in het gebruikte materiaal. Dat geldt bijvoorbeeld in de volgende gevallen:
Met behulp van gekalibreerde luchtpompen wordt lucht door een filter aangezogen. Het filter wordt in het laboratorium met behulp van elektronenmicroscopie onderzocht. Het aantal aangetroffen vezels wordt getoetst aan de normwaarden. Hierbij wordt de soort en afmetingen van de vezels geïndexeerd met kengetallen. Middels deze indexatie wordt het wetenschappelijk aangetoonde verschil in gezondheidsrisico van de verschillende soorten asbest en de vezelafmetingen “meegewogen”. Het resultaat van de luchtmetingen wordt dan ook aangegeven in vezelequivalenten per m3.